Rond 1900 werd het mode om een park in de landschappelijke stijl aan te leggen. Het Leijpark is daar een goed voorbeeld van. Deze stijl was ontstaan als reactie op de formele tuinstijl die vooral in Frankrijk tot ontwikkeling was gekomen. In Tilburg is de oude Warande een voorbeeld van een ‘Frans’ park.
De landschappelijke stijlopvatting wilde het park een natuurlijk karakter geven. Het was de bedoeling dat de wandelaar in een dergelijk park de indruk kreeg dat hij in de vrije natuur rondwandelde. Omdat deze ontwerpstijl vooral in Engeland tussen 1800 en 1900 opgang heeft gemaakt wordt zo’n park vaak een Engels Landschapspark genoemd.
Tijdens de beruchte crisis in de dertiger jaren, legden veel gemeenten in het kader van de werkverschaffingsproject een park aan. Het geloven in een nieuwe en betere toekomst was de achterliggende gedachte.
Toen Springer, rond 1935 de opdracht kreeg een park aan de rand van de stad te ontwerpen, heeft hij verschillende alternatieven aan gedragen. Na verschillende schetsontwerpen werd uiteindelijk besloten om alleen een ‘Engels Wandelpark’ aan te leggen.
Tijdens de uitvoering ontstonden er problemen met de aankoop van gronden. Springer was genoodzaakt het ontwerp aan te passen. Lange tijd heeft er zelfs een boerderij op een belangrijke plaats in het ontwerp gestaan. Tijdens de oorlog heeft het park flink wat schade opgelopen, deels door verwaarlozing en deels door illegale houtkap.
Voordat de gemeente Tilburg besloot om het Leijpark aan te leggen, lagen er op deze plaats verschillende moerassen, drassige weilanden, sloten en kleine veengebiedjes. De Leij trad regelmatig buiten haar oevers en overspoelde de laaggelegen weilandjes. Van wandelpark werd het park steeds meer een gebruikspark met alle problemen van dien.
Wim van de Sande